1Britse vrouw poetst al slapend heel haar huis
2Een moeder in Engeland heeft een raar
3slaapprobleem.
4Ze poetst haar huis als ze slaapwandelt. Nora Jones
5doet de afwas en stoft af in haar slaap. Ze wast zelfs
6de ramen.
7Sinds oktober gaat de vrouw ’s nachts stevig te keer
8in huis. Ze doet het zo goed dat ze niet op zoek gaat
9naar een manier om te stoppen.
10“Ik denk dat dit de droom van iedereen is. De
12volgende dag ben ik niet moe. Er is dus geen reden
12om ermee te stoppen ’s Ochtends word ik opgelucht
13wakker dat alles gedaan is. Het gebeurt ongeveer drie
14keer per week. Mijn familie vindt het grappig. Ik laat
15zelfs de afwas staan in de hoop dat ik het ’s nachts ga
16doen.
17Het slaapwandelen begon zes jaar geleden.
18Zomaar, zonder reden.”
Lees: Ze wast zelfs de ramen (regel 5 en 6).
Welke zin hieronder past het best op dezelfde plek i n de tekst?
Ze wast altijd de ramen.
Ze wast helaas de ramen.
Ze wast nooit de ramen.
Ze wast ook de ramen.
Wanneer wordt Nora opgelucht wakker?
Als ze alle klusjes in huis heeft gedaan.
Als ze fijn gedroomd heeft.
Als ze niet heeft geslaapwandeld.
Als ze uitgerust wakker wordt.
Lees: Zomaar, zonder reden (regel 18)
Wat bedoelt Nora hiermee?
Dat ze niet slaapwandelt als ze overdag de afwas al heeft gedaan.
Dat ze niet weet waarom ze ging slaapwandelen.
Dat ze niet wil vertellen waarom ze ging slaapwandelen.
Dat ze niet wil weten waarom ze ging slaapwandelen.